Gezonde of gecompliceerde rouw

 

INLEIDING

 

De Checklist Gecompliceerde Rouw is in opdracht van de Landelijke Stichting Verlies (LSV) in samenwerking met Prof. dr. P.A. Boelen ontwikkeld. Paul Boelen is de deskundige bij uitstek op het gebied van gecompliceerde rouw. In 2005 promoveerde hij op het proefschrift 'Complicated Grief: Assesment, Theory and Treatment'. 

 

Wellicht ten overvloede wordt benadrukt dat deze Checklist Rouw niet bedoeld is om gecompliceerde rouw vast te stellen, maar uitsluitend is opgesteld met het doel om na te gaan of nader onderzoek gewenst is. In het geval van gecompliceerde rouw is immers professionele hulp en behandeling vereist.

 

Voordat u gebruik gaat maken van de Checklist Rouw is het aan te raden kennis te nemen van de hierna opgenomen handleiding en overige informatie.

 

GEZONDE, GECOMPLICEERDE ROUW EN ANDERE PSYCHISCHE STOORNISSEN

 

De vraag wanneer we spreken van gezonde en wanneer van gecompliceerde rouw is niet makkelijk te beantwoorden. Uit onderzoek van de laatste jaren wordt steeds duidelijker dat de variëteit aan reacties na het overlijden van een dierbare veel groter is dan vroeger werd gedacht. Ieder mens gaat op zijn of haar eigen wijze met een verlies om. De duur van een rouwproces, maar ook de rouwreacties die na een verlies optreden, zijn per persoon verschillend. Sommige nabestaanden zijn slechts gedurende betrekkelijk korte tijd aangedaan door het verlies en functioneren na enkele dagen of weken weer als vanouds. Maar ook blijkt een aanzienlijke minderheid lange tijd met intense rouwreacties te kampen.

 

Gezonde rouw

Het is moeilijk te zeggen wat ‘normaal rouwen’ nu precies is. Een eenduidige definitie van het rouwproces is dus nauwelijks te geven. Hierdoor is het ook moeilijk om gezonde rouw te onderscheiden van gecompliceerde rouw.

Toch is er wel iets te zeggen over het verloop van een normaal rouwproces.

 

De Amerikaanse rouwdeskundige William Worden heeft in 1992 vier rouwtaken onderscheiden. Dit takenmodel is zeer bruikbaar omdat het niet zozeer uitspraken doet over het proces van verliesverwerken maar de taken benadrukt die verricht moeten worden.

 

 

Taak 1. Het aanvaarden van de realiteit van het verlies.

 

Taak 2. Het doorleven van de pijn en het verdriet.

 

Taak 3. Het aanpassen aan een nieuw leven waarin de overledene niet meer aanwezig is.

 

Taak 4. Een nieuwe emotionele plaats geven aan de overledene en het oppakken van de draad van het leven.

 

 

Een belangrijk criterium voor een normaal rouwproces is dat er dynamiek, beweging in het proces zit. Gezonde rouw kan worden opgevangen door de omgeving en/of vrijwillige rouwzorgverleners, bij gecompliceerde rouw is professionele hulp nodig (zie https://www.steunbijverlies.nl/index.php/verwijsbestand-sbv).

 

  

Uit bovenstaande blijkt dat we niet te snel moeten denken dat de rouw niet goed verloopt.

 

De meeste rouwenden kunnen hun verlies heel goed zelf verwerken.

 

Soms hebben rouwenden hulp nodig bij het uitvoeren van de rouwtaken (Worden, 1992).

 

Zij hebben behoefte aan een of meerdere perso(o)n(en), die luister(t)en naar alle emoties en gevoelens. De praktijk laat zien dat nabestaanden die steun van anderen ervaren en hun gevoelens bij anderen kunnen uiten, minder klachten hebben of krijgen en sneller herstellen.

  

Gecompliceerde rouw

Soms kunnen mensen niet rouwen, terwijl ze dat wel zouden willen. Dat wordt onder meer veroorzaakt omdat zij bang zijn voor de pijn die het rouwen oplevert. Men denkt deze niet te kunnen verdragen. Het kan ook voorkomen dat de hevigheid van de emotionele reacties, ook na lange tijd, allesoverheersend blijft. Hierdoor kunnen rouwenden er niet toe komen om de gewone dingen van het leven weer op te pakken.

 

  

Volgens Van den Bout e.a. (1998) zijn er rouwreacties die als gecompliceerd kunnen worden gekenschetst. Er wordt hierbij een onderscheid gemaakt tussen onderreacties (de rouwende vertoont geen of te weinig emoties) en overreacties (de rouwende is constant met de overledene en het verlies bezig). In beide gevallen speelt vermijding een rol.

 

De rouwende wil de realiteit van het verlies, geheel of gedeeltelijk, niet aanvaarden (rouwtaak 1 van Worden). Er kan ook sprake zijn van vermijding van gevoelens (rouwtaak 2 van Worden). Omdat men er niet aan toekomt, de intensiteit niet meent aan te kunnen of omdat men de relatie niet erkent en dus geen recht meent te hebben op rouwgevoelens. Soms worden bepaalde situaties of voorwerpen vermeden. Ook het weigeren om over de overledene te praten uit angst dat dit te veel emoties oproept, is een vorm van vermijding.

 

Bij een onderreactie toont de rouwende nauwelijks enige reactie op het gebeuren. Dit kan op een verwerkingsstoornis wijzen. Er zijn dan gewoonlijk andere klachten, zoals slecht slapen of snel geïrriteerd zijn.

 

Bij een overreactie is men vaak dag en nacht, soms obsessief, bezig met het verlies, maar in feite worden tegelijk belangrijke zaken afgehouden. Er hoeft geen tegenstelling te bestaan tussen het voortdurend bezig zijn met het verlies en het vermijden van allerlei zaken die ermee verbonden zijn.

 

  

Uit bovenstaande blijkt dat er niet één vorm van gecompliceerde rouw is. Gecompliceerde rouw kan zich manifesteren in verschillende verschijningsvormen.

 

  

Het zal duidelijk zijn dat deze problematiek therapie behoeft van een deskundige hulpverlener.  

 

    

Andere psychische stoornissen

Tijdens een rouwproces kunnen psychische stoornissen (opnieuw) optreden, die niet behoren tot de verschillende vormen van gecompliceerde rouw.

 

Voorbeelden hiervan zijn:

 

 

1.      Gedachten aan zelfdoding

 

Bij gezonde rouw kennen nabestaanden op enig moment een herenigingsverlangen, de wens om zelf ook niet meer te willen leven, om zich bij de overledene te kunnen voegen. Toch kunnen gedachten aan zelfdoding en uitingen hieromtrent op een psychische verstoring in het rouwproces wijzen. Dit is vooral het geval wanneer rouwenden deze gedachten herhaaldelijk uitspreken en wanneer zij concrete ideeën of plannen blijken te hebben over de wijze waarop zij een eind aan hun leven willen maken. Dan moet men alert zijn, deze uitingen serieus nemen en verwijzen naar professionele hulp.

  

 

2.      Depressie

 

Het is mogelijk dat een depressie ontwikkeld wordt, zeker als deze eerder in de persoonlijke geschiedenis is voorgekomen. Vaak is het voor professionele hulpverleners niet makkelijk uit te maken of er bij iemand uitsluitend sprake is van intense rouw, of dat er daarnaast sprake is van een depressie, omdat een aantal verschijnselen met elkaar overeenkomen (slaapproblemen, gewichtsverlies e.a.).

 

  

3.      Oud zeer

 

Ook kunnen oude psychische problemen (‘oud zeer’) terugkomen door het recente verlies. Zo kan niet verwerkt eerder verlies gevoelens oproepen die de huidige verwerking bemoeilijken.

 

 

4.      Angststoornissen

 

Aangetoond is dat stressgerelateerde klachten dikwijls voorkomen bij rouwenden. Wetenschappers spreken elkaar echter tegen over de vraag of het angstniveau bij rouw verhoogd is waardoor men zou kunnen spreken van een angststoornis. Een angststoornis die relatief frequent voorkomt bij rouw is de posttraumatische stress-stoornis.

 

 

Wellicht ten overvloede wordt hier opgemerkt dat in álle gevallen, waarbij sprake is van ernstige psychische problematiek, professionele hulp gewenst of zelfs noodzakelijk is. 

 

 

1 Ik verlangde naar de overleden dierbare. helemaal niet
een beetje 

 

heel erg
2 Ik had het gevoel dat een deel van mij samen met hem/haar was gestorven. helemaal eens
een beetje
heel erg

 

3 Ik had moeite om de realiteit van het verlies te accepteren. helemaal eens een beetje
 
heel erg 
 
4 Ik deed er alles aan om maar niet aan hem of haar herinnerd te worden. helemaal eens 
een beetje 
 
heel erg 
 
5 Ik vond het moeilijk om mensen te vertrouwen helemaal eens 
een beetje 
 
heel erg
 
6 Ik voelde mij bitter over zijn/haar dood. helemaal eens 
een beetje 
 
heel erg 
 
7 Ik vond het moeilijk om met mijn leven door te gaan. helemaal eens 
een beetje 
 
heel erg 
 
8 Ik voelde mij verdoofd. helemaal eens 
een beetje 
 
heel erg 
 
9 Het leven voelde leeg en betekenisloos. helemaal eens 
een beetje 
 
heel erg 
 
10 Ik voelde mij verbijsterd of verdoofd over zijn/haar dood. helemaal eens 
een beetje 
 
heel erg 
 
11 Enkele van de verschijnselen (genoemd bij 1-10) ervaar ik al minstens 6 maanden. helemaal eens 
een beetje 
 
heel erg 
 

 

BEOORDELING VAN DE CHECKLIST ROUW

Geef alle antwoorden als volgt een punt:

 

Helemaal niet = 1 punt

Een beetje      = 2 punten

Heel erg         = 3 punten

 

Tel de punten van vraag 1 tot en met 10 bij elkaar op.

 

De totaalscore op de Checklist Rouw is: ______

 

Beoordeling totaalscore

 

De totaalscore is lager dan 23 

en vraag 11 is beantwoord met ja of nee

 

Op dit moment is er volgens de Checklist Gecompliceerde Rouw geen sprake van gecompliceerde rouw.

 

De totaalscore is 23 of meer 

en vraag 11 is beantwoord met nee

De score op de Checklist Gecompliceerde  Rouw is “hoog”. 

Er is een reële kans dat gecompliceerde rouw zich aan het ontwikkelen is wanneer u bij vraag 11 Nee hebt ingevuld. Er is een reële kans dat van gecompliceerde rouw sprake is

Wanneer u bij vraag 11 Ja hebt ingevuld. Nader onderzoek naar de aard van de rouwklachten is wenselijk. 

 

 

De totaalscore is 23 of meer 

en vraag 11 is beantwoord met ja

De score op de Checklist Gecompliceerde Rouw is “hoog”. 

Er is een reële kans dat van gecompliceerde rouw sprake is. Nader onderzoek naar de aard van de rouwklachten is geboden.

 

 

Hulp en advies bij Rouw

 

De Landelijke Stichting Verlies (LSV) biedt een centraal punt waar iedereen terecht kan voor informatie over verlies en rouw. 

De LSV fungeert als gids voor rouwenden en hun omgeving door een website en een Rouwzorgloket beschikbaar te stellen. Aan nabestaanden wordt voorlichting en advies gegeven over het rouwproces en als er behoefte bestaat aan meer steun kan worden verwezen naar hulp in de woonomgeving. 

 

Landelijke Stichting Verlies (LSV)

Barchman Wuytierslaan 89 

3819 AB Amersfoort 

033-4616886 

 

 

 

Het rouwproces 

 

Inleiding
Het verlies van een dierbare grijpt altijd diep in. Het overkomt je plotseling of na een lang ziekbed van je dierbare. Anderen zeggen misschien dat het maar beter is dat je dierbare overleden is. Voor jezelf weet je dat je een uniek en bijzonder persoon hebt verloren. Een persoon waar je een unieke en betekenisvolle band mee had, waar je dankbaar voor was, veel zorg over had en waar wellicht ook nog verlangens zijn die onvervuld zijn gebleven. Het verlies raakt je diep. Het antwoord op zo’n betekenisvol verlies noemen we rouw. 

 

Lichaam en geest zijn één
Lichaam en geest zijn nauw met elkaar verbonden. De geest beïnvloedt lichamelijke gezondheid. En andersom. Het is dan ook niet verwonderlijk dat bij een betekenisvol verlies de geest (hoofd en hart) en ook het lichaam rouwt. Iedereen kent wel voorbeelden van een energieke vriendin die na het verlies van haar partner opeens moe en lusteloos is. Of een collega die na het verlies van een kind gewoon doorgaat en doet alsof er niets aan de hand is. Maar, misschien pas na jaren, zijn er lichamelijke klachten als reactie op verdrongen gevoelens. In de medische wereld stond de verwevenheid van lichaam en geest decennialang in een kwaad daglicht. Gelukkig is dat aan het veranderen. Artsen beseffen steeds meer dat verdrongen gevoelens over een betekenisvol verlies kan leiden tot psychosomatische klachten. 

 

Rouwen is meer dan verdriet alleen
Rouw is het antwoord dat we geven op een betekenisvol verlies. Het antwoord kent twee richtingen: 

 

het aanvaarden van je verlies en het integreren van je verlies in het leven dat voor je ligt. Het aanvaarden van je verlies gebeurt met je hoofd, hart en handen. Het hart laat alle pijnlijke en helpende gevoelens toe. Het hoofd observeert, ondersteunt of relativeert de pijnlijke gevoelens. Het erop uittrekken of thuisblijven, je handen dus, helpen in het zoeken naar afleiding of naar verbinding met het verlorene. 

 

Het integreren van het verlies in je leven gebeurt door je aan te passen aan de veranderingen. Je aanpassen aan de nieuwe omstandigheden betekent bijvoorbeeld dat je taken oppakt die voorheen door je partner werden gedaan. Was je mantelzorger, dan merk je dat de drukte en zorg rond het ziekbed wegvallen. Hoe fijn dat ook is, het is ook even wennen. Want je komt na de uitvaart in een leeg huis en hebt misschien ook een lege agenda. Wellicht ontstaat er ruimte om buitenshuis (on)betaald werk te gaan doen. De nieuwe situatie kan een uitnodiging zijn om anders aan te kijken tegen het leven en de toekomst. Het is als het ware een verandering in jezelf. 

 

De roeiboot als metafoor
Als je rouwt om je dierbare kan de vergelijking met de roeiboot helpen. 

 

Bij het roeien gebruik je twee roeispanen om vooruit te komen. Met één roeispaan draai je rondjes. Beide roeispanen zijn belangrijk. En belangrijk is dat beide in beweging blijven. Het nemen van verlies en het aanpassen aan de nieuwe situatie gebeurt in een heen-en-weerbeweging, een beweging tussen eb en vloed, tussen verlies nemen en aanpassen aan de nieuwe situatie. Door de erkenning van het verlies ontstaat ruimte voor de wereld om je heen. Als je aandacht geeft aan de wereld om je heen en de uitdagingen van elke dag, ontstaat er kracht om het verlies te kunnen dragen. Zo integreer je verlies in je leven en maakt het de weg vrij om te zoeken naar nieuw perspectief. 

 

Klaas-Jan Rodenburg: rouwdeskundige, gestalttherapeut en directeur van het Landelijk Steunpunt Verlies

 

Gezond rouwen 
Als ik plotseling zo moet huilen, is dat normaal? Nu het al vijf jaar geleden is en ik hem nog steeds mis, is dat normaal? Is het normaal dat ik na 2 maanden na het overlijden alweer verliefd ben?  De vraag naar ‘normaal’ is een vraag naar hoe anderen rouwen. Al eerder werd op bladzijde 22 beschreven dat ieder op zijn/haar eigen-wijze rouwt. Ieder heeft een eigen vingerafdruk van rouw. Daarom is het beter om de vraag te beantwoorden over ‘gezonde rouw’. 

 

Gezonde rouw is het gelijktijdig gebruiken van twee roeispanen; de roeispaan van het toelaten van verlies en de roeispaan van aanpassen aan de veranderingen. 

 

Bij het toelaten van verlies gaat het om de pijnlijke gevoelens van gemis en de plezierige gevoelens van de relatie toe te laten en te doorleven. Bij partnerverlies gaat het bijvoorbeeld om gevoelens toe te laten over het gemis aan intimiteit, het nooit meer gezellig samen zijn en ook van de blijdschap over de mooie momenten en de dankbaarheid voor wat ooit was. Gevoelens van verdriet en ook van blijdschap en dankbaarheid vertellen over gehechtheid aan de ander. Boosheid en schuldgevoelens vertellen over het onvoltooide en onaffe in de relatie. Het toelaten van gevoelens brengt je in contact met je verlangens om omarmd te worden, om een veilige thuishaven te hebben, om gekend te zijn, om je verbonden te voelen met je dierbare en om lief te hebben en geliefd te zijn. Bij verlies van een dierbare, vooral als het gaat om het verlies van een kind, heeft liefde opeens geen adres meer. Het verlangen om lief te hebben en om geliefd te zijn is misschien wel het meest fundamentele verlangen dat bij verlies zo voelbaar wordt.

 

Aanpassingen zijn nodig omdat bijvoorbeeld het inkomen aanmerkelijk minder wordt, of het huis voor één persoon te groot is geworden, of omdat je hulpbehoevend bent en je zorgpartner er niet meer is. Ook zijn aanpassingen nodig omdat binnen de relatie een bepaalde taak- en rolverdeling was. De taken en rollen die de ander verzorgde, liggen nu op je eigen bordje. Wil en kun je die zelf oppakken? Kun je die aan anderen delegeren? Daarnaast vervallen bepaalde taken en rollen. Denk bijvoorbeeld aan de mantelzorgtaak. De veranderingen vragen om aanpassingen van je tijdsbesteding en wellicht ook van je leefstijl. De veranderingen nodigen je ook uit om na te denken over een nieuwe oriëntatie op je leven. Oude dromen komen misschien weer tot leven en nieuwe dromen kunnen ontstaan. Aanpassingen als noodzakelijk antwoord op veranderingen kunnen een uitdaging zijn maar ook gevoelens oproepen van onzekerheid en stress.  

 

Klaas-Jan Rodenburg: rouwdeskundige, gestalttherapeut en directeur van het Landelijk Steunpunt Verlies

 

Herstel van ongezond rouwen
De roeispaan van het verlies en van het aanpassen horen bij elkaar. De ene keer ben je meer gericht op het verdriet terwijl je de andere keer geniet van de extra tijd die je beschikbaar hebt gekregen. Zolang beide roeispanen (oriëntaties) elkaar afwisselen, gaat het goed. 

 

Als er slechts één oriëntatie voor een langere tijd overheerst, ligt het gevaar van ongezonde rouw op de loer. 

 

Het rouwproces dat zich voor langere tijd uitsluitend op verlies richt, wordt chronische rouw genoemd. Nabestaanden met chronische rouw hebben intense opdringende gevoelens en gedachten over de dierbare. Ze vinden het moeilijk om het verlies te aanvaarden en hebben behoefte om de dierbare dichtbij zich te houden. Dat doen ze door regelmatig naar het graf te gaan, om de kamer van de dierbare te laten zoals die was, om muziek te luisteren, films te kijken, verhalen te vertellen die hen steeds herinneren aan de dierbare. Nabestaanden putten daar troost uit. Familie en vrienden die zeggen dat ze het verlies moeten aanvaarden en dat het leven verder gaat, proberen ze zoveel mogelijk te vermijden. 

 

Bij chronische rouw lukt het niet om de roeispaan van het aanpassen te gebruiken. En zo draait iemand met chronische rouw rondjes zonder zelf een zinvol leven op te bouwen. De nabestaande koestert de verliesgevoelens en zit daarin vast. 

 

Het rouwproces dat zich voor langere tijd uitsluitend op aanpassen aan de veranderde situatie richt, wordt vermijdende rouw genoemd. Nabestaanden kunnen opgelucht zijn dat de dierbare is overleden. Ze voelen ruimte om door te leven en ze maken plannen voor de toekomst. Ze zoeken mensen op die hen kunnen helpen om een nieuw leven op te bouwen. Ze vermijden gevoelens over het verlies. Dat doen ze bijvoorbeeld door zo snel mogelijk te verhuizen en de spullen die herinneren aan de dierbare op te ruimen. Nabestaanden spreken zichzelf moed in door te zeggen; ‘verlies hoort bij het leven’, ‘je kunt niet blijven treuren’, ‘je moet toch verder’. Bij vermijdende rouw halen nabestaanden troost uit de woorden: ‘Wat ben je flink’, ‘wat ben je optimistisch’, ‘wat goed dat je voor jezelf opkomt’. 

 

Bij vermijdende rouw lukt het nabestaanden niet om de roeispaan van het verlies te gebruiken. En zo draait iemand met vermijdende rouw rondjes zonder het verlangen te voelen naar de verbinding met de dierbare. De nabestaande vlucht weg voor het verdriet en komt niet tot het verweven van de betekenis van het verlies in het eigen levensverhaal. Psychosomatische klachten kunnen het gevolg zijn. 

 

Herken je jezelf in één van bovenstaande beschrijvingen? Is dat korter dan 6 maanden zo? Lees bij symptomen van chronische rouw 'versterken aanpasoriëntatie' en bij symptomen van vermijdende rouw 'versterken verliesoriëntatie

 

Zijn de symptomen langer dan 6 maanden aanwezig? Zoek dan hulp. Want chronische of vermijdende rouw ligt op de loer. Chronische rouw kan wijzen op aanpasproblemen terwijl vermijdende rouw kan wijzen op stoornis in het hechtingsproces met je ouders.  

 

Versterken verliesoriëntatie


Bij verliesoriëntatie gaat het om antwoord te geven op je verlies. Dat gaat in twee stappen:

  • Op zoek gaan naar wat je verloren hebt
  • Het toelaten van je gevoelens en gedachten 

 

Wat heb ik verloren?
Het antwoord lijkt simpel, ik heb mijn partner, mijn kind, mijn ouder of mijn vriend verloren. Toch is het niet de persoon maar de relatie die je verloren hebt. Daarom is de vraag zo belangrijk; ‘Wat heb je precies verloren?’ Het kan gaan om de fysieke aanwezigheid, de oprechte aandacht, de veiligheid, de geborgenheid, de gemeenschappelijke dromen, de gemeenschappelijke liefde of gewoon de persoon van de dierbare zoals die was. Het helpt je om te reflecteren op de vraag, ‘Wat heb ik verloren?‘ Daarmee kom je dichter bij het onvervulde verlangen.

 

Hoe kan ik mijn gevoelens en gedachten toelaten?
Het toelaten van je verlies met alle daarbij horende pijnlijke en vrolijke kanten is het eerste dat nodig is. Want - het klinkt hard - je dierbare is dood en komt niet meer terug. En zoals Huub Oosterhuis schrijft: onze doden leven voort in de harten van mensen (Waar zijn onze doden?). De relatie met je dierbare zet je symbolische door. Je dierbare leeft in jou voort. Daarom word je uitgenodigd om de gevoelens en gedachten die in concrete situaties bij je opkomen toe te laten. Het kan gaan om gevoelens en gedachten die spontaan ontstaan wanneer je spullen van je dierbare ziet liggen, of bij het zien van foto’s waar je dierbare op staat of wanneer je met vrienden praat over je dierbare. Die gevoelens en gedachten brengen je dichter bij je diepere verlangens en vormen een kompas voor je verdere leven. 

 

Hoofd, hart en handen zijn niet met elkaar in overeenstemming.
Je kunt je verdrietig voelen over het verlies van je dierbare en gelijktijdig denken: ik moet mij niet verdrietig voelen, want mijn dierbare heeft een goed leven gehad en we hebben het samen ook goed gehad. Het niet in overeenstemming zijn van voelen en denken geeft spanning in de handen (lijf) en kan zich uiten in psychosomatische klachten zoals hoofd-, maag-, rugpijn of vermoeid- en slapeloosheid. Wil je hoofd, hart en handen meer in overeenstemming brengen? Gebruik dan je verlangens als referentiepunt en vraag je hoofd (denken), hart (gevoel), en handen (lijf) om met elkaar in dialoog te gaan (link maken naar Dialoog tussen hoofd, hart en verlangen). 

 

Versterken aanpasoriëntatie
Bij aanpasoriëntatie gaat het om antwoord te geven op de veranderingen. Dat gaat in twee stappen:

  • Breng de aanpassingen als gevolg van de veranderingen in beeld
  • Keuze in zingeving 

Breng de aanpassingen in beeld
Het helpt om veranderingen die ontstaan na het overlijden van je dierbare in beeld te brengen. Dan weet je hoe je je leven daar op wilt aanpassen. Zo gaat het bijvoorbeeld om rollen en taken die wegvallen omdat je geen mantelzorger meer bent. Het gaat ook om taken en rollen die voor jou overblijven. Denk bijvoorbeeld aan het opruimen van het huis, bereiden van de maaltijd, nemen van initiatief in het contact met anderen of jezelf verwennen met cultuuruitjes zoals musea, film of een mooie muziekuitvoering. Tevens zijn er taken en rollen die je aan anderen delegeert zoals bijvoorbeeld het onderhoud van het huis of het doen van de administratie. Bij het opstellen van een lijstje kun je rekeninghouden met een andere oriëntatie op je leven. Zo kun je er bijvoorbeeld voor kiezen om meer of minder aandacht te besteden aan gezin, vrienden, werk of vrijetijdsbesteding. Welke verschuiving zou je in je leven willen? Wat betekent dat voor je dagindeling en voor de taken en rollen

 

Keuze in zingeving
Bij zingeving gaat het om ‘zin in het leven’ en om ‘leven dat de moeite waard’ is. Zin in je leven ervaar je in lekker eten, een aangename ontmoeting, een fijne vakantie, een goede werkplek, mooie herinneringen uit je jeugd, vriendschappen, een gezellige avond, zorg voor een ander of voor een huisdier. Maar het kan ook groter zijn zoals zorg voor de ander, inzet van je kwaliteiten voor een ander, het aangaan van een (intieme) relatie met een ander. In meer spirituele of religieuze zin kan het gaan om contact met iets dat groter is dan jezelf: de natuur, het universum, het licht, de bron van liefde of het geloof in God. Nu je dierbare er niet meer is, is een deel van die zingeving weggevallen. Daarom is het belangrijk om je opnieuw te oriënteren op je eigen zingeving. De volgende vragen kunnen je daarbij helpen: 

 

  • Welke activiteiten geven jouw leven zin?
  • Welke verlangens liggen verscholen achter die activiteiten?
  • Wat heb je nodig om meer vanuit je verlangens te leven?
  • Welke activiteiten kun je daarvoor ondernemen? 

 

Verlangens naar ‘erkenning’, ‘leven in verbinding’, ‘liefdevol leven’, ‘rechtvaardig leven’, ‘leven in vrede’ of een ‘spiritueel leven’ zijn als een vuurtoren of een kompas die je de weg wijzen en die je helpen om keuzes te maken over hoe je het leven wilt inrichten. 

 

Wellicht ben je al eerder met deze existentiële vragen bezig geweest. Want na een ingrijpend verlies ontstaan die vragen haast vanzelf. Je wordt je dan meer dan voorheen bewust van je kwetsbaarheid en van de keuzes die je kunt maken. 

 

Hoe gek het ook klinkt, je kunt inspiratie en kracht ontlenen aan verlies. Het kan je leven de moeite waard maken. Zo kun je bijvoorbeeld kiezen voor de strijd tegen kanker of je kunt je inzetten voor nabestaanden.

 

Klaas-Jan Rodenburg: rouwdeskundige, gestalttherapeut en directeur van het Landelijk Steunpunt Verlies

 

Omgaan met gevoelens
In het rouwproces zijn gevoelens belangrijk. Ze zijn de poort van je verlangens en belangrijk in de communicatie met anderen. Het is niet altijd mogelijk om bij je gevoelens te komen. Het kan ook zijn dat je gevoelens zo heftig zijn, dat je er bang voor bent om ze toe te laten.

 

Hoe kom ik dichter bij mijn gevoelens?
Het is niet altijd makkelijk om dichter bij je gevoelens te komen. Onze overtuigingen houden ons daarvan af. Zo kun je het idee hebben dat je flink moet zijn, dat je door moet met je leven, dat je dankbaar moet zijn en vooral ook dat je niet moet blijven zeuren. Dat woordje ‘moeten’ is ondermijnend voor de werkelijke gevoelens die zich bij jou aandienen. Dat kunnen ongemakkelijke gevoelens zijn van eenzaamheid, angst, schuld, verdriet of boosheid. Gevoelens die je misschien bang maken of die je misschien van thuis niet hebt meegekregen. Het negeren van gevoelens houden je af van het contact met je verlangens en daarmee van je levenslust. Wil je dichter bij je diepere gevoelens komen? Onderzoek dan overtuigingen die daarin ondersteunend zijn zoals ‘de kracht van kwetsbaarheid’, ‘gevoelens als uitdrukking van verlangens’ en ‘uiten van gevoelens als kracht in contact met anderen’. Daarnaast kun je oefenen met gevoelens door ze te verkennen en naar anderen uit te spreken. Het contact met je gevoelens kun je verdiepen door naar muziek te luisteren, naar films te kijken of om boeken te lezen die je ontroeren. Ook mindfulness-oefeningen brengen je dichter bij je gevoelen.

 

Hoe voorkom ik heftige reacties?
Het kan zijn dat gevoelens je in bezit nemen. Gevoelens van verdriet of schuld kunnen je overspoelen en zelfs verlammen. Het kan ook zijn dat je bang bent om bij het toelaten van je gevoelens in een diep gat te vallen. Het is dan verstandig om meer afstand te nemen van je gevoelens. Dat kan door afleiding te zoeken of door herinneringen aan je verlies te vermijden. Het kan ook helpen om met je denken je gevoelens te temperen. Zo kun je je schuldig voelen terwijl je met je denken gewetensvol afvraagt of je het beste hebt gedaan. Het toelaten van je denken helpt om je gevoelens te relativeren.

 

Klaas-Jan Rodenburg: rouwdeskundige, gestalttherapeut en directeur van het Landelijk Steunpunt Verlies

 

Dialoog tussen hoofd, hart en verlangen
Hoofd en hart waren in een ernstig gesprek gewikkeld over een groot verlies. ‘Ik vind je zo emotioneel’, zei het hoofd tegen het hart. Als ik even niet oplet loop je de hele dag te janken. 

 

Nou, zei het hart tegen het hoofd, ‘Ik vind je afstandelijk. Je denkt dat je het verlies oplost, maar verlies laat zich niet oplossen. Het helpt je om je verlies toe te laten en het te verweven in je levensverhaal.’

 

‘Dat is misschien wel waar’, zei het hoofd; ‘Maar ik ben bang om de controle kwijt te raken en om in een zwart gat te vallen. Daarom denk ik na over hoe het verder moet. Maar hart jij sluit je af voor mijn adviezen.’ 

 

‘Dat klopt’, zei het hart. Ik wil loyaal zijn aan mijn dierbare. Afstand nemen van mijn verlies voelt als verraad. Daarom bewaar ik met mijn gevoelens van verlies ook de liefde voor mijn dierbare in mijn hart. Maar hoofd jij sluit je af voor mijn gevoelens.’

 

‘Mag ik mij er mee bemoeien’, zegt het lijf. ‘Jullie geruzie geeft mij spanning. Het hoofd negeert de gevoelens en het hart wil van een verstandig advies niets weten. Dat maakt mij ziek. Willen jullie van het leven genieten, vraag het verlangen dan om hulp.’

 

Dat is een goed idee, zegt het hoofd. Dat voelt goed zegt het hart. En zo kwam er een bezield gesprek tussen hoofd, hart en het verlangen. Hoofd en hart gaven ieder hun visie op de werkelijkheid en ze vroegen ‘verlangen wie van ons heeft gelijk? ‘Jullie hebben allebei gelijk’ zei het verlangen. Wat er ontbreekt, is de gemeenschappelijke zoektocht naar vervulling van de onvervulde verlangens. 

 

Het hoofd vond dat het verlangen verstandig gesproken had en het hart voelde zich gehoord. 

 

‘Na een lange tijd stilte zegt het hoofd; ‘tja als het hart nou eens minder emotioneel was, dan zijn wij eruit.’ Het hart reageerde fel. ‘Je bent respectloos’, zei het hart. We zijn er pas uit als het hoofd rekening houdt met mijn gevoelens.’ 

 

Het verlangen hernam het woord, ‘een gemeenschappelijke zoektocht naar vervulling van het onvervulde, vraagt om een luisterende en vragende houding. Neem de tijd voor de dialoog en jullie komen er in verbinding uit.’

 

Zo voerden het hoofd en het hart voortaan samen de dialoog. Soms vond het hart het hoofd afstandelijk. Vaak vond het hoofd het hart sentimenteel. Maar vanaf dat moment zochten ze samen in verbinding naar vervulling van de verlangens. Het lijf ontspande zich en genoot met hoofd en hart nog lange tijd van een plezierig leven.

 

Klaas-Jan Rodenburg: rouwdeskundige, gestalttherapeut en directeur van het Landelijk Steunpunt Verlies

 

Steunende omgeving 
Steun kun je ervaren in een luisterend oor, het meedenken van anderen en in het samen ondernemen van activiteiten (bijv. wandelen met lotgenoten, samen uitgaan, eten of sporten). Een steunende omgeving is echter niet vanzelfsprekend. Onze verliescultuur is nu eenmaal gericht op flink en positief zijn. Luister maar eens naar wat mensen tegen je zeggen; ‘Je kunt wel blijven klagen maar dat helpt niet!’, ‘Kijk wat je wel hebt in plaats van wat je niet hebt!’, ‘Er is nog zoveel moois in het leven, nu kun je er nog van genieten!’, ‘Je zult het toch zelf moeten doen!’, ‘Je moet de moed niet opgeven, het kan altijd beter worden!’ 

 

Om anderen niet teleur te stellen en om niet te vereenzamen ga je je gedragen naar de heersende verliescultuur. Want dat hoort nu eenmaal zo. Maar dan loop je wel het risico dat de verdrongen gevoelens terugkomen in psychosomatische klachten zoals migraine, vermoeidheid, concentratieproblemen, rugpijn en darmklachten. Depressiviteit en burn-out liggen bij verdrongen gevoelens op de loer. 

 

Een steunende omgeving is belangrijk. Dat kan familie, vrienden en sociale verbanden zijn zoals verenigingen, werk of kerk. Maar het kan ook te kwetsbaar zijn om familie, vrienden of collega’s te vragen om echt te luisteren en om echt erkenning te vragen voor je verlies. Vooral als het overlijden van je dierbare al een tijdje geleden is. De omgeving staat dan al snel klaar met goed bedoelde adviezen waar je niet op zit te wachten. 

 

Je wilt graag rouwen op jouw manier. Maar hoe doe je dat in een omgeving die dat niet snapt? Je hebt dan vier keuzes: vertel de ander hoe belangrijk het is om gehoord te worden, accepteer dat je omgeving niet te veranderen is, vermijd een niet ondersteunende omgeving of ga op zoek naar een steunende omgeving. Als je vertelt hoe belangrijk het voor je is om gehoord te worden, dan kan het maar zo zijn dat de ander echt gaat luisteren. Je kunt bijvoorbeeld zeggen: ’Ik snap dat je me advies wilt geven, maar je helpt me meer als ik mijn verhaal aan je kan vertellen. Het zou fijn zijn als je naar mij luistert.’ Wanneer je omgeving niet te veranderen is, stel dan je verwachtingen bij. Relativeren zoals: ‘Ach het is maar een verjaardagsfeestje’, ‘Er zijn nog zoveel fijne mensen om mij heen’ of ‘Hij/zij weet niet beter’ kunnen daarbij helpen. Het is ook mogelijk om het contact uit de weg te gaan en te zoeken naar een steunende omgeving waar je wel gehoord wordt. Dat kunnen andere nabestaanden zijn die in eenzelfde situatie zitten en die aan een half woord genoeg hebben om je te begrijpen. 

 

Contact uit de weg gaan
Contact uit de weg gaan is soms noodzakelijk maar kan ook pijnlijk zijn. Vooral als het gaat om familie. Want het is juist de familie waar je steun van verwacht. Zij kennen jou het langste en het beste. Diep in ons ervaren we een onverbrekelijke (liefdes) band met onze (groot)ouders en kinderen (verticale binding) maar ook met onze broers, zussen, neven en nichten (horizontale binding). Die onverbrekelijke band uit zich in loyaal gedrag in voor- en tegenspoed. Je bent er voor elkaar om te helpen in moeilijke tijden, om feest te vieren bij vreugdevolle gebeurtenissen en om te getroost te worden bij verlies. Een breuk in de familie wordt vooral voelbaar bij een overlijden. De verdeling van de nalatenschap kan aanleiding zijn om uit contact te gaan. Maar meestal ligt daar diep onder verborgen de nood aan ‘erkenning’, ‘liefde’ en ‘verbinding’. Verlangens die in onze kinderjaren onvervuld zijn gebleven en die, zovele jaren later, alsnog om aandacht vragen. Het accepteren dat je geen steun ontvangt van je familie is ongelofelijk moeilijk. Bijstellen van je verwachtingen zeggen vrienden. Verplaats je in de rol van je familie luidt het advies. Want ook de andere familieleden willen gezien en erkend worden. Soms is het te veel gevraagd om een ander te geven wat je zelf zo nodig hebt. Uit lijfbehoud kan het beter zijn om uit de familie te stappen. Toch blijft het je achtervolgen. Je blijft boos omdat je er alles aan hebt gedaan om de verhoudingen goed te houden. De ander heeft dat niet begrepen. Je blijft je schuldig voelen omdat er een incident is geweest waar je later spijt van had. Toch wordt het je tot op de dag van vandaag nagedragen. 

 

Herstel van contact
Verbroken relaties blijven zeuren. Beide partijen verlangen dikwijls naar herstel maar weten niet hoe dat moet. Ook al omdat beide partijen uit contact zijn. Misschien kan iemand, die beide partijen kent, daarbij helpen. Soms is een goed gesprek voldoende, soms zijn excuses nodig. Meestal moeten partijen bereid zijn om over de eigen gekwetstheid heen te stappen. 

 

Bij een herstelgesprek kunnen de volgende tips helpen:

1. Houd het bij jezelf (ik boodschappen)

2. Luister naar de ander en stel vragen 

3. Blijf open staan voor de feedback van de ander

4. Laat de ander stoom afblazen 

5. Wees zorgvuldig en voorkom misverstanden

6. Zoek naar een procedure waardoor je er samen uitkomt

7. Zoek naar rituelen om het herstel te bevestigen

 

Wanneer het herstel van de vertrouwensbreuk niet in een gezamenlijk overleg lukt, dan is het aan te raden om gebruik te maken van een mediator.

 

Klaas-Jan Rodenburg: rouwdeskundige, gestalttherapeut en directeur van het Landelijk Steunpunt Verlies

 

Tussen Kracht en stress
Herinneringen, veranderingen, contacten met anderen kunnen bronnen zijn van kracht en stress. 

 

Bronnen van kracht zoek je op, bronnen van stress vermijd je. Sommige situaties geven zowel kracht als stress. Zo kun je bang zijn voor afwijzing tijdens een familiebezoek (stress) en gelijktijdig ervaren dat je erbij hoort (kracht). Familiebezoek wil je daarom niet vermijden maar de stress wil je ook niet. Stress in familiesituaties wordt dikwijls veroorzaakt door de mismatch in verwachtingen. Wat kun je daartegen doen? Dikwijls weet je wel wat de ander van je verwacht. De ander wil bijvoorbeeld dat je optimistisch bent, dat je luistert naar het verhaal van de ander of dat je al je gevoelens op tafel legt. Aan die verwachtingen wil of kan je niet voldoen. Dat geeft stress. Je kunt het er over hebben en aangeven wat jij graag zou willen. Als dat niet helpt, dan blijft er maar één ding over; het bijstellen van je eigen verwachtingen. Vraag jezelf af wat je van de ander verwacht en waaraan de ander niet voldoet. Bijvoorbeeld ik wil begrepen worden, ik wil erbij horen of ik wil ondersteunend zijn naar de ander. Het bijstellen van eigen verwachtingen helpt tegen de stress. 

 

Klaas-Jan Rodenburg: rouwdeskundige, gestalttherapeut en directeur van het Landelijk Steunpunt Verlies

 

Veerkracht
Dansers hebben een grote souplesse. Daarom is dansen een mooie metafoor voor veerkracht. De mentale en emotionele lenigheid noemen we veerkracht. Nabestaanden met veel veerkracht bewegen heen en weer tussen gevoelens die zomaar opkomen en de aanpassingen die nodig zijn bij het verlies van hun dierbare. Het heen en weer bewegen tussen verlies en het aanpassen aan veranderingen is een gezonde reactie. Na verloop van tijd veer je vanuit het verdriet en vanuit de stress die gepaard gaat met de noodzakelijke aanpassingen, weer terug naar je gewone zelf. Veerkracht zorgt ervoor dat je er weer bovenop komt. Niet dat je de oude wordt maar wel dat je terugveert naar je gewone zelf, naar een gewoon niveau van welbevinden. 

 

Veerkracht is iets anders dan sterk zijn. Sterk zijn, in de zin van onverzettelijkheid, helpt niet bij veranderen. Het doorvoelen van je emoties en ze aanvaarden, gecombineerd met de bereidheid om je aan te passen, zijn belangrijk om terug te veren naar een gewoon niveau van welbevinden. Gun jezelf de tijd om terug te veren.

 

De meeste nabestaanden hebben voldoende veerkracht om de verlieslast te kunnen dragen. Uit onderzoek blijkt dat veerkrachtige mensen geloof hebben in zichzelf, een gebalanceerd gevoelsleven hebben, voldoende doorzettingsvermogen hebben, het leven zinvol vinden, bereid zijn om regie te nemen over de toekomst, hun eigen kwetsbaarheid toelaten en om hulp en steun van anderen durven te vragen.

 

Verlies van een dierbare is niet te voorkomen en ook niet op te lossen. Daarom gaat het erom hoe je er mee omgaat en wat je nodig hebt om weer terug te veren naar een gewoon niveau van welbevinden. Stilstaan bij veerkracht helpt om je gevoelens toe te laten en om na te denken over de veranderingen die op je afkomen. Het helpt je om in kaart te brengen welke informatie en hulp je nodig hebt van anderen om terug te veren. 

 

Je aanpassen aan veranderingen hoef je niet alleen te doen. Je kunt om troost en hulp vragen bij je familie en vrienden. Je kunt ook gebruikmaken van allerlei financiële en emotionele voorzieningen die in jouw gemeente of bij de Rijksoverheid beschikbaar zijn. 

 

Klaas-Jan Rodenburg: rouwdeskundige, gestalttherapeut en directeur van het Landelijk Steunpunt Verlies

 

Zoek hulp
Soms is het beter om professionele hulp te zoeken. Klik voor hulp op http://www.steunbijverlies.nl/index.php/rouwbegeleiding. Je kunt ook (gratis) hulp of advies vragen bij het Zorgloket Verlies en Rouw: 033-461 68 96 of Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken..

WAT IS ROUW

 

Een dierbare die overlijdt, we krijgen hier in ons leven allemaal mee te maken. Het is een van de meest ingrijpende gebeurtenissen. Iemand met wie je een bijzondere band had, is weggevallen. De wereld staat stil. De grond is onder je voeten verdwenen. Niets is meer zoals het was. En dan? Wat kom je tegen, en hoe ga je hiermee om? Hoe kun je verder leven met dit verlies?

 

Rouwen is intensief. Er kunnen heel veel verschillende emoties loskomen. Emoties die je het gevoel kunnen geven dat je erin verdrinkt. Pijn en verdriet, maar ook angst en onzekerheid, wanhoop, of boosheid. Of het kan zelfs zijn dat je helemaal niets voelt. Er kunnen ook allerlei lichamelijke klachten optreden: moe zijn, je niet kunnen concentreren, maagklachten, hoofdpijn, hartkloppingen, enzovoorts. Dit soort reacties, ze horen allemaal bij dat ene woord: rouw.

In ons leven verbinden wij ons met andere mensen. Dat begint al bij de geboorte. Gaandeweg leren we steeds meer mensen kennen. De keerzijde hiervan is dat we deze mensen kunnen verliezen. En dat doet zeer. Zeker als iemand dichtbij je staat.

 

Ieder rouwproces is uniek. Wat je tegenkomt, is o.a. afhankelijk van:

- de relatie die je hebt met de overledene

- de wijze van overlijden

- de persoon die rouwt

- de sociale omgeving van de rouwende

 

Hoe vind je je weg in het rouwproces?

Met gerichte informatie, links naar specifieke organisaties en literatuurtips willen we je hierin wegwijs maken.

Ook kun je terecht op ons forum, dat is ingedeeld naar verschillende soorten verlies.

En je kunt contact opnemen met ons Centrum voor Verlies en Rouw.

Het kan u rust geven als een deskundig iemand u kan ondersteunen bij alles wat er op u af komt. In samenwerking met de ‘nabestaandenconsulenten’ bieden wij zakelijke nabestaandenzorg aan. Een nabestaandenconsulent van het LSV luistert in een eerste gesprek naar uw verhaal en geeft u inzicht in alle zakelijke regeldingen die u te wachten staan.


WAT KOST HET?

Een eerste nabestaandengesprek kost € 125,-- (inclusief BTW en exclusief reiskosten). Daarvoor ontvangt u een concreet advies over wat u in uw situatie kunt doen en wat u moet regelen. Daarna kunt u een offerte aanvragen voor het uitbesteden van deze zaken. U kunt dan zelf beslissen of de kosten opwegen tegen de baten.

KWALITEIT

Het Landelijk Steunpunt Verlies houdt een register bij van gekwalificeerde begeleiders. Al deze deskundigen voldoen aan hoge inhoudelijk en ethische eisen.

Wilt u een afspraak met een nabestaandenconsulent?
Bel of mail gerust voor meer informatie: 033 - 461 68 86.