Verlies-management

LEVEND VERLIES


Werknemers met een levend verlies worden dikwijls geconfronteerd met de vraag: heb je het al geaccepteerd? Of ze krijgen ongevraagd advies over ‘wees positief’ en ‘kijk wat je nog wel kunt’. Werknemers met een levend verlies hebben geleerd om zich aan te passen en niet om hun beperking te treuren. Maar diezelfde werknemer voelt ook de teleurstelling over de beperking en wil net als anderen kunnen genieten van de mogelijkheden in het werk en in het leven.

De organisatie kan werknemers met een beperking helpen met technische maatregelen. Zo kan het gaan om toiletaanpassingen (rolstoelgebruikers), gebruik van spraakapplicaties (visuele beperking) of inrichting van stilte werkplekken (medewerkers met concentratieproblemen). Daarmee wordt een normaal functioneren op de werkvloer mogelijk gemaakt.

Daarnaast kan de leidinggevende en de HRM psychosociale steun geven. Het gaat om oprechte aandacht voor de consequenties van levend verlies voor een werknemer. Luister daarbij ook naar het dieperliggend verlangen van de werknemer. Op dat niveau maak je verbinding met de werknemer. Kijk ook naar de positieve kant van werknemer met een beperking. Zo hebben werknemers met een beperking geleerd om anderen te vragen om hen te helpen. Daarmee kunnen zij extra talent hebben ontwikkeld op het gebied van relationele kwaliteiten.

Meestal dragen werknemers met een onzichtbare beperking hun verdriet in stilte. Leidinggevenden en collega’s hebben er dikwijls geen weet van. Uit de prestaties of het verzuim is dikwijls wel af te leiden dat er wat aan de hand is. Stel daarom bij functioneringsgesprekken open vragen en zoek naar mogelijkheden om een werknemer te ondersteunen. Als er meer psychosociale steun nodig is om een normaal functioneren te verbeteren, maak dan gebruik van een Rouw- en verliesbegeleider. Want het is beter om kortstondig te begeleiden dan de kosten te moeten aanvaarden van langdurig verzuim.