Wanneer de dood het gevolg is van moord of een andere vorm van geweld, is er sprake van onverwacht overlijden op een schokkende wijze. Zeker als het lichaam (onherkenbaar) verminkt is, kan dit traumatisch zijn. Bovendien word je als nabestaande geconfronteerd met politie-onderzoek, een juridische strijd en soms ook (ongewenste) media-aandacht. Dit kost veel energie, en zeker de juridische nasleep kan jaren duren. 

 

 

Bij rouw na moord heb je als nabestaande vaak het vertrouwen in anderen en in de wereld verloren. Je voelt je onveilig en machteloos en hebt het gevoel de controle kwijt te zijn over wat er gebeurt. Als een ander de dood heeft veroorzaakt is het heel normaal dat je boos bent op die persoon, zeker als er opzet in het spel was. Gevoelens van wraak kunnen je strijdbaar maken, maar ook belemmerend zijn voor je verdriet.

Het verliezen van iemand door zelfdoding is zeer ingrijpend. Dat iemand in je omgeving zelf een einde aan het leven heeft gemaakt kan je wereld op zijn kop zetten. Rouw na zelfdoding is vaak heel complex. De rouwgevoelens zijn meestal intenser dan na een ander overlijden. Naast het gemis is het ongeloof groot. Je gevoelens en gedachten schieten heen en weer, zijn verwarrend en tegenstrijdig. Verdriet, onmacht, schuldgevoel, boosheid en schaamte kunnen elkaar afwisselen. Als je wist dat er bij de overledene sprake was van zwaar psychisch lijden, kun je door het gemis heen ook opluchting voelen. Dat maakt het allemaal nog weer verwarrender. 

Als je achterblijft na zelfdoding gaan er veel vragen door je heen. Een van de grote vragen is vaak: “Waarom?” Het vinden van een antwoord op die vraag kan je het gevoel geven er meer grip op te hebben, wat de zelfdoding misschien wat beter te dragen maakt. Een andere vraag die door je heen kan gaan, is: “Had ik het kunnen voorkomen?” Die vraag ligt dicht aan tegen schuldgevoel: Had ik maar dit of dat gedaan … Waarom heb ik niet … Als nabestaande kun je ook gekweld worden door de vraag: “Was ik dan niet de moeite waard om voor te blijven leven?!” Vaak is er geen antwoord op deze vragen, wat het rouwen nog weer extra zwaar maakt. 

Als iemand in je omgeving zichzelf gedood heeft, heeft je vertrouwen in het leven een klap gekregen. Het kan zijn dat je bang wordt dat andere mensen om wie je geeft ook een poging gaan doen. 

Op zelfdoding rust in de samenleving een taboe. Dat maakt dat je als nabestaande soms probeert de oorzaak van het overlijden te verzwijgen, omdat je bang bent voor de oordelen van je omgeving. Maar zwijgen over zelfdoding maakt de rouw onnodig zwaar. Daarom is juist bij verlies door zelfdoding contact met lotgenoten heel fijn: de erkenning en herkenning van gevoelens kan veel steun geven.

Overlijden kan plaatsvinden na een (lang) ziekbed. Je kunt je als nabestaande enorm getroost voelen doordat je afscheid hebt kunnen nemen. Maar dat je de dood hebt zien aankomen, wil niet zeggen dat het afscheid minder moeilijk is. Vaak is er een periode van vrees en hoop geweest, waarin het zorgen voor degene die nu overleden is je misschien wel heeft uitgeput. Je hebt misschien wel meegestreden, soms tegen beter weten in. Na het overlijden ervaar je dan vaak opluchting dat het lijden voorbij is en dat je niet meer zo intensief voor die ander hoeft te zorgen. Maar tegelijkertijd voel je het verdriet over het gemis, juist ook omdat je nu niet meer kunt zorgen. 

 

 

Als er sprake was van euthanasie, kan het zijn dat je dit als een mooie manier van afscheid nemen beleefd hebt. Aan de andere kant kan het juist ook heel moeilijk zijn dat je daarmee als het ware hebt ingestemd met deze dood.

Wanneer een dierbare plotseling overlijdt, bijvoorbeeld door een hartstilstand of door een ongeluk,voel je je als nabestaande vaak overvallen. Je hebt je niet kunnen voorbereiden op het verlies, je hebt geen afscheid kunnen nemen. Al je toekomstplannen vallen ineens in duigen. In één klap is alles anders. Na een plotseling overlijden kan het een tijd duren voordat werkelijk tot je doordringt dat die ander er niet meer is, nooit meer terugkomt.

 

Een plotselinge dood kan ook vragen oproepen. omdat er nog zoveel losse eindjes zijn. Dat iemand zomaar uit het leven is weggerukt, kan ook maken dat je bang bent nog een dierbare aan de dood te verliezen. Het kan immers zo maar gebeuren, zo is gebleken.

Rouwen, je moet het wel zelf doen, maar het is fijn als je het niet alleen hoeft te doen. Voor een rouwende is steun van de directe omgeving heel belangrijk. Het kan zo goed doen als er in je omgeving mensen zijn bij wie je terecht kunt met je verhaal en je tranen, bij wie je steeds weer kunt vertellen wat er gebeurd is en hoe het nu met je is, op wie je een beroep kunt doen als je iets nodig hebt. Het kan heel eenzaam voelen als je geen steun ervaart van mensen om je heen.

 

Misschien kun je terecht bij vrienden of familie. En misschien zijn er ook wel mensen bij je in de buurt aan wie je niet meteen zou denken, maar die wel iets voor je zouden kunnen betekenen, zoals bijvoorbeeld buren of een collega. Ook mensen die wat verder weg staan, willen er wel zijn voor rouwenden.

 

Vaak weten mensen niet goed hoe ze er voor iemand kunnen zijn. Uit verlegenheid of angst om het niet goed te doen gaan ze soms contact uit de weg. Als je zelf durft te vragen om steun en kunt aangeven wat je nodig hebt, kan dat het voor de ander gemakkelijker maken. Misschien heb je behoefte aan een luisterend oor of even een arm om je heen, misschien wil je gezellig met iemand een kopje koffie drinken of heb je praktische hulp nodig. Wees niet bang erom te vragen en geef aan wat je fijn vind en wat niet.