Rouwtherapeut Titia Mulder vertelt ons graag tijdens een interview over rouw- en verliesbegeleider, haar praktijk Apsara en wat zij voor nabestaanden kan betekenen.

Mulder heeft na haar opleiding Personeel en Organisatie de post-hbo opleiding Verlieskunde en een coachopleiding gevolgd, nadat zij zelf werd getroffen door het overlijden van haar tweede zoon op jonge leeftijd. Ze vond destijds steun bij een rouwtherapeut en ging later als vrijwilliger voor de Vereniging Ouders van een overleden kind (VOOK) werken. Ze wilde iets positiefs doen met haar ervaringen.

Na een aantal jaren voor de vereniging gewerkt te hebben, opende ze in 2003 haar praktijk Apsara met als specialisme rouw- en verliesbegeleiding. Als docent heeft Titia daarnaast ruim 15 jaar les gegeven over rouw op het werk aan studenten van de opleiding Human Resources Management bij de Hanze hogeschool Groningen en later in een masterclass Verlieskunde bij Hanze Connect. 

Emoties bespreekbaar maken

Als rouw- en verliesbegeleider heeft ze vooral te maken met nabestaanden. “Ik help mensen een stukje op weg, maar eigenlijk doen ze het zelf” aldus Titia.

Volgens Mulder gaat het in alle gevallen om de integratie van verlieservaringen in je leven en het leren verdragen van de pijn en de diepe emoties die daarmee samengaan, zoals verdriet, onzekerheid en boosheid. Met familie en vrienden kun je ook verdriet delen, maar soms komt er een moment in het contact dat mensen niet meer mee kunnen gaan met rouw. De rouwende komt dan veelal alleen te staan. “Op dat moment kan het heilzaam zijn om een gesprek aan te gaan met een neutraal persoon, die wel open staat voor de diepe emoties van rouw” aldus Titia vanuit haar praktijkervaring.

Mensen komen veelal bij Titia wanneer ze het gevoel hebben dat ze vast zitten in de rouw en niet verder komen. Ze gaan gebukt onder het verdriet en een gevoel van onvrijheid door bijvoorbeeld de onvoorspelbaarheid van emoties. Er is een grote behoefte aan overzicht en houvast. Het verder willen, het oppakken van het leven, het ervaren van de rouw en het gemis, het gaat in de praktijk allemaal hand in hand.

Volgens Mulder hebben we te snel de neiging om emoties weg te stoppen omdat ze zo pijnlijk zijn en er vaak een taboe op ligt, maar het kan juist heel bevrijdend werken om hier ruimte aan te geven. Het helpt de nabestaande om ingewikkelde emoties zoals opluchting, schaamte, schuldgevoel en jaloezie te bespreken. Een overgrote meerderheid durft het gesprek wel aan met de rouwtherapeut, omdat deze geen deel uit maakt van hun persoonlijke leven, maar de eerste stap is wel moeilijk.

Meer grip op emoties

In de gesprekken, waar alles besproken kan worden, staat Titia samen met nabestaanden stil bij wat er is gebeurt en de impact die het verlies heeft op de cliënt als persoon, op het werk, maar ook op de omgang met familieleden en kinderen.

Rouw kan heel ontregelend zijn. Het is geen lineair proces. Er is in de begeleiding veel aandacht voor de gebeurtenis en de emoties, maar ook het mentale deel krijgt aandacht (hoe zet ik de razende trein van gedachten stop), en werk ik via het fysieke lichaam. Het fysieke lichaam is ongelooflijk ondersteunend en helpt om alles te kunnen bevatten. Rouw geeft een gevoel van hulpeloosheid, de tranen lijken soms niet op te houden, waardoor er paniek kan ontstaan.

Via meditatieve oefeningen leert Titia cliënten zich dieper te ontspannen en te voelen wat er is. Maar dat kan ook door bewust te wandelen: door je te focussen op je waarneming tijdens de wandeling (hoe zet ik mijn voeten neer, hoe voel ik me in de buitenlucht, wat zie ik om me heen) kan een gevoel van rust terugkeren. Het opnieuw leren jezelf niet te verliezen in verdriet. Overigens werkt Titia niet alleen in thuissituaties, want rouw komt ook voor op het werk.

Rouw op het werk

Rouw raakt alle levensgebieden, zo ook werk. Veel werkgevers zijn van goede wil maar weten niet goed hoe ze passende ondersteuning kunnen bieden aan een werknemer in de rouw. Goede opvang is van wezenlijk belang als een rouwende werknemer terug keert naar het werk. Wanneer er dan veel problemen zijn of onbegrip heeft dat gevolgen voor het verloop van het rouwproces en de re-integratie. In het ergste geval kunnen er conflicten ontstaan of kan iemand zich terugtrekken, in isolement terecht komen of zich ziek melden. Je hoort dan ook vaak: ik kan hem niet meer bereiken.

Om te voorkomen dat op het verlies van een dierbare ook nog verlies van werk volgt, kan een rouwbegeleider met werkgever en werknemer in gesprek gaan. Rouw kan ontregelend zijn: het maakt moe, mensen kunnen zich niet meer goed concentreren. Belangrijk is om aan de rouwende werknemer te vragen; “wat heb je nodig en wat verwacht je van mij en je collega’s?”. Het maken van goede afspraken over het aantal uren, taken en of de nabestaande het fijn vindt dat collega’s vragen hoe het gaat. “Rouw is geen jas die je uit kunt trekken wanneer je op je werk bent”.

Wat is een rouw- en verliesbegeleider?

Het verlies van een dierbare of van de eigen gezondheid kan diep ingrijpen in het leven. Het confronteert met het einde en het mysterie van leven en dood. Verlies en verdriet vragen veel energie. Soms lukt het niet om er alleen of met naasten uit te komen. Een rouw- en verliesbegeleider helpt bij het rouwproces en geeft ondersteuning.

De rouw- en verliesbegeleiders hebben een psychosociale opleiding gevolgd op HBO of academische niveau met aanvullend een post hbo-opleiding op het gebied van rouw- en verliesbegeleider. Bovendien zijn ze opgenomen in het verwijsbestand van het Landelijk Steunpunt Verlies (LSV), waar je op postcode nauwkeurig kunt zoeken. Bron: Titia Mulder, rouw- en verliesbegeleider.