Als je in een roeibootje vaart, dan kan je maar vooruit gaan als je met twee roeispanen roeit. Soms kan je een tijdje meer de ene en dan weer de andere riem gebruiken, voor als je wilt bijsturen naar links of rechts, maar je hebt ze allebei nodig om de goede richting uit te gaan.

Het is belangrijk dat je je hoofd gebruikt om je doel vast te houden en om bij te sturen, dat je je hart volgt waar nodig, dat je vertrouwt op de kracht van je lichaam en dat je weet hoe je efficiënt moet roeien. 

Zo gaat ook rouwen vooruit in de tijd en in de loop van je leven. In je ene hand houd je de roeispaan van het verlies en het gemis. Het is de roeispaan van de relatie en wat iemand of iets voor jou heeft betekend en zal blijven betekenen, alle verdere dagen van je leven. In je andere hand houd je de roeispaan van de aanpassing aan het leven, dat verder gaat zonder dat je geliefde fysiek aanwezig is. Het is de roeispaan waarmee je je zelf en je leven herschikt en heroriënteert. Jij – maar ook je gezin - verandert en je laat jezelf veranderen door het verlies. Kortom, je verder leeft mét het gemis.

Als je verliesgericht bent, dan kan het zijn dat je overstelpt wordt met steeds dezelfde pijnlijke beelden en herinneringen aan het verlies, dat je naar de begraafplaats gaat en het graf verzorgt, of weerstand voelt om te gaan omdat het je pijn zal doen; dat je lacht en huilt met vrienden om gedeelde herinneringen en anekdotes over je geliefde – ook nog na twintig jaar -; dat je hoofd pijn doet van het vele huilen of dat je maagpijn hebt omdat je je schuldig voelt en boos; dat je praat over je geliefde of tégen hem of haar; dat je terugdenkt aan jullie band, aan wat goed was, aan alles waar je spijt van hebt, aan wat je nu anders zou doen, aan wat je koestert, aan wat je mist…

Als je herstelgericht bezig bent dan kan het zijn dat je merkt hoe lastig het is dat je nu moeder en vader tegelijk moet zijn; dat je tuiniert en ervan geniet om met je handen de aarde om te woelen; dat je je hobby’s oppakt of een nieuwe zingeving vindt; dat je werkt, zodat je afleiding hebt en je op iets anders kunt richten én ook weer iets betekent voor jezelf en voor anderen; dat je jezelf doelen stelt en perspectieven ontwikkelt of ernaar op zoek bent; dat je oude relaties heropneemt of de pijn voelt van het in de steek gelaten worden; dat je last hebt van stressklachten; dat je merkt dat je zachter bent geworden en meer kwetsbaar; dat je jezelf en je lichaam verzorgt, gaat hardlopen of wandelen.. of gewoon een nieuwe lamp gaat kopen omdat de oude stuk is!

Rouwen is steeds heen en weer bewegen. Als je je verlies voldoende erkenning en aandacht geeft, ontstaat er ruimte voor de wereld. Als je ook aandacht geeft aan de wereld en de uitdagingen van elke dag, dan ontstaat er weer kracht om het verlies te dragen. Zo ontmoeten verleden en toekomst elkaar in het nu!

 

Johan Maes, ‘Gehavend’, Witsand Uitgevers, 2015