Hoe de winkel ontstond en nu na 10 jaar ophoudt te bestaan.


Onze zoon Guus overleed in 2001. Binnen de hulpverlening kon ik maar moeilijk mijn weg vinden, dit terwijl mijn man en ik beiden in de hulpverlening werkten. De adviezen die wij kregen waren: Ga deelnemen aan een lotgenotengroep, iets waar ik nog helemaal niet aan toe was, ik had genoeg aan ons eigen verdriet. Of we kregen als advies om individueel in therapie te gaan, maar ik voelde me niet ziek en therapie was meteen zo zwaar. 


Ik voelde ik me onzeker. Hoe moest ik omgaan met dit grote verlies? Hoe moest ik verder? Was het wel goed wat we deden? Hoe moesten we onze dochter van 4 jaar begeleiden die, na het overlijden van haar broertje en onze zoon Guus, zo boos was op alles en iedereen, maar vooral op ons?

Het is vreemd dat er geen plek is waar rouwenden met hun verhaal terecht kunnen. Een plek waar naar je geluisterd wordt, je wat aangereikt wordt zonder dat het meteen hulpverlening heet. Toen dacht ik, zou ik zelf zó maar bij iemand binnengestapt zijn met mijn verhaal? Nee, ik zou eerst een beetje sfeer willen proeven. Wat is er dan mooier dan een winkel? Je kunt binnenkomen om iets te kopen, eerst even rustig rond kijken en als het goed voelt alsnog je vraag stellen of je verhaal doen. Dus besloot ik om in mei 2006, na mijn opleiding als Rouw- en verliesbegeleider, een Rouwwinkel Atalanta in Amersfoort te openen en, daaraan gekoppeld,  te starten met mijn werkzaamheden als rouwbegeleider. 

Na flink wat publiciteit van de Amersfoortse media werd de winkel geopend. De winkel groeide inderdaad uit tot de plek die ik voor ogen had. Als mensen binnenkwamen, wilden ze eerst rondkijken. Ik zag al gauw dat ze zich niet concentreerden op de spullen in de winkel, ze kwamen ergens anders voor. Ik schonk dan voor mijzelf een kopje koffie in en vroeg dan: ‘Wilt u ook een kopje koffie?’ Als men eenmaal zat dan kwamen de verhalen vanzelf.

Zo vertelde een bejaarde vrouw over haar overleden baby, een verhaal dat ze na 50 jaar nog nooit eerder verteld had. Of de twee zussen waar moeder net was overleden, moeder wilde graag gecremeerd worden, maar zij wisten niet hoe dat precies in zijn werk ging, of ik dat uit kon leggen. Ook de vrouw die in de kerstvakantie een aantal keren bij me kwam, ze was het flatje van haar dochter in Amersfoort aan het leeghalen, haar dochter had vlak daarvoor zelf een einde aan haar leven gemaakt. En zo kan ik nog wel een tijdje doorgaan met verhalen die mij dikwijls ook ontroerden.

Vaak weet men weinig van een rouwproces, net als ik dat in 2001 niet wist. Als de bezoeker daar behoefte aan had, kon ik ze iets uitleggen over een rouwproces en hoe dat voor iedereen anders is. Mensen waren vaak opgelucht als ik ze hoorde dat ze een ‘normaal’ rouwproces doormaakten, dat het niet altijd na 1 jaar ‘over’ is, dat een rouwproces grillig is, maar dat het meestal heel langzaam beter zal gaan en je weer in staat bent om te genieten van het leven. Dat ieder zijn eigen proces heeft en je niet teveel moet vergelijken met anderen. Dat je vooral moet kijken naar wat jou helpt. 

Een moeilijk onderwerp is de sociale omgeving. Wat moet je doen als je als rouwende iets niet prettig vindt of juist wel prettig vindt? Zo klaagde een vrouw wiens man was overleden dat haar zus zo weinig langs kwam. Ik vroeg haar waarom ze haar zus niet zélf belde. Tja ze wist het nog niet want . . . Ik vertelde haar dat anderen niet altijd zien wat een rouwende nodig heeft en dat ze na een tijdje weer in beslag genomen worden door hun eigen leven. Bovendien is wat een rouwende de ene dag prettig vindt de andere dag niet meer zo.

De kern van de gesprekken in de winkel was: Wat is er gebeurd? Hoe kom je de dagen door? Wat vind je moeilijk? Wat verwacht je van mensen om je heen? Kun je ze dat vertellen?

Ik leerde veel van al die mensen die in de winkel kwamen. Het waren ook vaak professionals, mensen die in hun werkomgeving te maken kregen met het overlijden van een collega, een kind of een ouder. Ik kon ze helpen aan een klein cadeautje om mee te nemen op condoleancebezoek, aan een mooi gedicht voor de uitvaart of een boek waarin ze konden lezen over rouw en verlies. Ik kon ze vertellen waar ze alert op moesten zijn en wat ze beter niet konden doen.

Er kwamen ook mensen in de winkel die vastgelopen waren in hun rouwproces, vaak door verzwarende omstandigheden of door bijkomende problematiek. Deze mensen kon ik als orthopedagoog/gz-psycholoog, in mijn praktijkruimte die we inmiddels achter de winkel hadden laten bouwen, begeleiden. Na een poosje wisten verwijzers me te vinden en breidde de praktijk zich uit. Vanuit mijn praktijk gaf ik lezingen, workshops en raakte ik betrokken bij de kinder- en jongeren groepen van het Toon Hermans Huis (opvanghuis voor diegenen die geconfronteerd worden met  ernstige ziekte of overlijden van een van de gezinsleden). In de winkel organiseerde ik groepen voor kinderen die te maken hadden met een echtscheiding van hun ouders. Ook hierbij kun je spreken van een rouwproces.

In 2011 werd ik ziek en kon ik niet meer op de gebruikelijke tijden in de winkel zijn. Men moest nu eerst bellen om een afspraak te maken. Dit bleek een te hoge drempel. Inmiddels was mijn netwerk zo groot dat gelukkig nog velen de weg naar mijn praktijk wisten te vinden.

Nu naar 10 jaar heb ik toch besloten de winkel en de praktijk te sluiten. Het onderwerp rouw en verlies blijft mijn aandacht en interesse hebben en er komt vast een nieuwe uitdaging op mijn pad.
De verhalen die me verteld zijn blijven mij voor altijd bij. Tien jaar Rouwwinkel Atalanta heeft mij veel gebracht. Het waren hele mooie jaren, waarbij ik van betekenis hoop te zijn geweest voor anderen.

Herma Bode