Dag Lieve Roel

 

Een nieuwe fase is aangebroken.

Elke dag is hij een beetje meer dood, al is hij nog wel voelbaar aanwezig voor mij. 

Hij ligt in een prachtige zelf gemaakte houten kist met dikke touwen aan de zijkant om hem ‘straks’ te kunnen dragen. Dat zal te gauw zijn.

Ik grijp elk moment aan om even alleen met hem te zijn om te kunnen voelen wat er te voelen valt. Alleen wij twee. Het zijn er niet zo veel. 

De uitdrukking op zijn vredige gezicht verandert mooi en langzaam. 

De omgeving went aan de dode Roel in de kamer. 

De sfeer verandert mee; voelt gemakkelijker als ik dat zo mag zeggen. Hij hoort nog zo ontzettend bij ons. 

De alledaagse dingen van de dag rond ons gaan gewoon door. 

Er is nu nog het voelen als bedding waar het laatste loslaten in kan gedijen. 

Ik ben nog niet zo ver. ‘Néé, nóg niet’, denk ik steeds. Paniek ook.

Maar heb er ook vertrouwen in dat het goed zal komen. Gelukkig wel. 

De dag van de crematie word ik voor 6 uur spontaan wakker. 

Het is nog stil in huis. 

Anna slaapt op een matras naast de kist, dat wilde ze graag, en merkt niets. 

Ik maak koffie voor mezelf en drink het, met mijn armen in de kist hangend, rustig op. 

Kijk naar zijn bijna transparante, perkamentachtige lichte gezicht, voel hoe koud het is. Probeer contact te maken. Denk aan wat komen gaat over een paar uur! 

En de dag na de crematie, de nieuwe leegte, al wat nu nog zichtbaar is van de kamerindeling om de kist een plek te geven zal weg zijn. 

Een kamer met een nieuwe sfeer, zonder Roel. In ene een diepe zucht: ‘Ja Roel, nu ben ik zo ver, ik laat je gaan en geef je vrij, nu kan ik het’. Tranen. 

Voel dankbaarheid en verse berusting. Maar o zo fragiel…

 

Allerlaatste afscheid samen

Zo knullig als de euthanasie ging, zo knullig gaat het ook met de uitvaartverzorgers. 

Er gaat van alles mis in de dagen voor de crematie: Advertentie in de kranten, kaarten met verkeerde enveloppen. Tenenkrommend. 

Het resulteert erin dat ik de voorgangster met toestemming van de kinderen vertel dat ze niet bij het afscheid hoeft te zijn en dat we het zelf gaan doen. Het gaat prima.

 

We sluiten samen de kist met schroeven en rode lak. Spannend. Met een sneller dan anders kloppend hart doe ik mijn schroeven erin. Diepe zucht. Nu zal ik hem in deze hoedanigheid nooit meer zien. Vanaf dit moment begint de echte herinnering. 

Wat er in de anderen omgaat ben ik niet gewaar; te heftig voor me. Heb even genoeg aan mezelf. De kist wordt door het keukenraam naar de lijkwagen gedragen die vooraan het pad staat. Broers en zwagers dragen hem, Maarten vooraan. Van dat moment is er een indrukwekkende foto. 

Zo’n rit in een volgauto is raar. Ik wil al op de bestemming zijn. Je zit met z’n allen wel erg dicht bij elkaar met een vreemde erbij en dat bijna een uur lang. 

We wachten af en toe om de auto’s, op weg naar het crematorium, zoveel mogelijk bij elkaar te houden in het verkeer. Dit vanwege de stoplichten. 

Een bizar gedeelte in het afscheidsproces. Een stukje film wat er wat mij betreft tussenuit mag. We komen aan op een mooie sfeervolle locatie; ruim en met veel groen. 

De zaal is licht door de vele ramen, en de plafonds zijn hoog. Stoelen staan in een hoefijzer. Mooi ziet dat eruit. Dan wordt de kist de ruimte ingebracht waar alle mensen al zitten te wachten op Roel, en op ons natuurlijk. Muziek wordt ingezet als ik naast de kist sta. 

Dat had eigenlijk al moeten klinken; een foutje. Ik ga stevig staan en kijk de ruimte in, kijk naar alle mensen; en maak contact. Ik weet hoe ik dat moet doen. 

Op zeker moment raak ik de kist per ongeluk even aan. Er gaat een rare draai door me heen en ik wankel; ga bijna tegen de vlakte. Focus Kit, want dat wil ik niet. 

Ik heet iedereen welkom en vertel mijn verhaal over het leven van Roel. Ik vertel, lees niet voor. Mijn zwager doet dat ook. Dat vind ik waardevol. 

Er klinken prachtige, warmhartige teksten en mooie gedichten, ook die van papier. Tussendoor muziek die we uitkozen, de meeste nummers had Roel gekozen. De sfeer is rustig en warm; voor zo’n gebeurtenis eigen en ontspannen. 

Er zijn een paar hele kleine kinderen, ook onze 5 maanden oude Daniël. 

Na het afscheid daar, wil ik niet mee naar de crematieoven, weet niet precies waarom. Te heftig denk ik. Anna wil dat wel. Er mogen nog zes mensen mee. 

Als ze terug komen is er een drankje met wat erbij. Ik ben bekaf, en ga even héél lang naar de wc. Een beetje tot mezelf komen geloof ik. 

Zoetjesaan gaan de meeste mensen huiswaarts. Het was een harmonieuze en gedenkwaardige bijeenkomst.