Als hulpverleners beloven wij onze cliënten steun, troost en oprechte aandacht. En wij beloven hen ook inzicht in verliesprocessen. Met behulp van informatie en educatie helpen we cliënten om te leren omgaan met het geleden verlies. Maar is dat voldoende? Zitten cliënten die in verwarring zijn en zich soms radeloos voelen daarop te wachten? 

INLEIDING

 

Hulpverleners op het gebied van verlieszorg bieden cliënten steun bij het proces van omgaan met het verlies. Dat doen ze door informatie te geven over het rouwproces, hulp te bieden bij emotionele ontlading of stil te staan bij het existentiële aspect van het verlies. Hulpverleners bieden in de eerste plaats steun door ‘present te zijn’:oprechte aandacht te hebben voor de cliënt. Daarmee bieden hulpverleners de cliënt de veiligheid die nodig is om er met alle verlieservaringen te kunnen zijn. Naast ‘presentie’ bieden hulpverleners ook interventies om inzicht te geven in de relatie tussen rouw en hechting, copingstijlen, de context van het gezin, de omgeving etc.. Het is belangrijk cliënten te helpen om hoofd, hart en handen te verbinden. Maar kun je cliënten daarmee ook iets beloven?

 

BELOFTEN

Een loodgieter kan het dak repareren en beloven dat hij de lekkage kan verhelpen, een monteur kan een auto repareren en beloven dat de auto weer als vanouds zal worden, een arts kan medicijnen voorschrijven en beloven dat het daarmee beter wordt. Een hulpverlener kan niet beloven dat de hulp resultaat zal hebben, maar wel om zijn het best te doen, om zich professioneel in te zetten en om gebruik te maken van evidence-based methoden en technieken. Maar wat levert dat op?

 

Hulpverleners (rouwzorgers, rouw- en verliesbegeleiders en rouwtherapeuten) gaan met hun cliënten een inspanningsverplichting aan: ze bieden liefdevolle aandacht, professionele steun en inzicht in het verloop van het rouwproces. Maar voelen hulpverleners zich ook verantwoordelijk voor het resultaat? De hulpverlener nodigt de cliënt uit om de beweging toe te laten tussen verlies en herstel en om te reflecteren op de impact van het verlies, de steunende omgeving en de copingstijl. Maar is het niet aan de cliënt om met die ervaringen en inzichten iets te doen?

 

TOT BETEKENIS

De hulpverlener kan beloven om de cliënt te helpen om het verlies tot betekenis te brengen. De cliënt wordt dan uitgenodigd om meester te worden over het lot en kapitein te worden op het schip van de ziel. De cliënt kan daarbij kiezen voor het veranderen van de omgeving (accommoderen), verandering van gedrag (assimileren) of verandering van identiteit (transformatie). Zo is het heel goed mogelijk dat de cliënt na een scheiding kiest voor een nieuwe partner (accommoderen) of dat de cliënt na ontslag een opleiding volgt om daarmee de kans op een baan te vergroten (assimilatie) of om na het verlies van een dierbare zich in te zetten voor kankerbestrijding (transformatie van waarden in het leven).

 

Voor veel hulpverleners is het aantrekkelijk om te interveniëren op het niveau van betekenisgeving. Want dat is het niveau dat ertoe doet, vooral als de cliënt begeleid kan worden in het proces naar zingeving, eigen waarde en identiteit en de aansluiting hiervan bij de eigen verlangens. Wielink & Wilhelm (1) schrijven daarover: ‘De betekenis kan als wenkend perspectief werken, op weg naar een nieuw leven, naar nieuw contract.’ Maar ze waarschuwen ook voor een geforceerd zoeken naar betekenis. Want daarmee wordt de rouw niet genomen. Het geven van betekenis aan verlies wordt dan een rationalisatie of relativering van de ervaren rouw.

 

SLOT

Het tot betekenis brengen van verlies is een mooie belofte en gaat verder dan steun, troost of inzicht. Het geeft de cliënt controle over het rouwproces, soms in de vorm van ‘wenkend perspectief’, soms in de vorm van ‘leven in het hier en nu’. Het vraagt van cliënten wel het vermogen om de regie te willen, te durven nemen. Dat kan op zich al een heel proces zijn. Maar als dat lukt kan een begin worden gemaakt met het integreren van het verlies in het leven van de cliënt.

 

Het geven van een belofte geeft richting aan het hulpverleningsproces. Maar het biedt ook unieke mogelijkheden om ons als hulpverleners als zodanig te profileren en het werkveld ‘verlies en rouw’ bij doorverwijzers en cliënten onder de aandacht te brengen. 

 

(1) Wielink, J, & Wilhelm, L. Van betekenis naar nieuw contract. Tijdschrift voor Coaching maart nr. 1 2012

 

 

Auteur: Klaas-Jan Rodenburg, directeur Landelijk Steunpunt Verlies